Koppelsystemen
Koppelsystemen zijn systemen die de wagonverhaalinstallaties aan de wagon koppelen. Hiervoor bestaan de volgende methoden:
Zijdelings kettingsysteem
Tot een treingewicht van 500 ton.
De meest eenvoudige koppeling is de meeneemketting. Wanneer een grote rangeernauwkeurigheid minder belangrijk is kan er worden gekozen voor een meeneeminrichting in de vorm van een in de staalkabel opgenomen aankoppelketting, die langs het spoor meeloopt over rollen. Het kettingsysteem is eenvoudig manueel aan te koppelen aan de trekhaak van de wagon en is tevens het meest voordelige aankoppelsysteem.
Bij dit systeem kan de meeneemketting de wagons en wissels passeren en tevens kunnen de wagons het systeem passeren.
Meeneemwagen op hulpspoor
Tot een treingewicht van 500 ton en in speciale uitvoering tot 1.000 ton.
Een derde mogelijkheid betreft het zogenoemde Radsatzwagen-systeem. Hierbij rijdt de meeneemwagen op een hulpspoor welke zich tussen het spoor bevindt. Het duwt met (dubbele) duwrollen tegen de wielen van de wagons. Een groot voordeel van dit systeem is dat er automatisch aan- en afgekoppeld kan worden. Ook bij dit systeem kan de meeneemwagen de wagons passeren en tevens kunnen de wagons het systeem passeren. Deze meeneemwagen kan echter geen wissels passeren.
Zijdelingse meeneemwagen
Tot een treingewicht van 500 ton.
Wil men een grotere nauwkeurigheid bij het plaatsen van de wagons, of moet de kabel in een bestrating worden opgenomen, dan wordt de zijdelingse meeneemwagen aanbevolen. Deze wagen loopt op een profielgeleiding naast het spoor. Met de verstelbare koppelstang wordt het verhaalsysteem eenvoudig manueel aan de wagon gekoppeld. De geleiding kan in zogenoemd straatspoor worden opgenomen. Bij dit systeem kan de meeneemwagen de wagons en wissels passeren en tevens kunnen de wagons het systeem passeren.
Bufferwagen
Tot een treingewicht van ca. 4.000 ton.
Bij dit systeem wordt een bufferwagen gekoppeld aan de centrale trekhaak van de wagon. Bij deze toepassing kan de bufferwagen automatisch aan- en afgekoppeld worden. De bufferwagen rijdt over hetzelfde spoor als de wagons en wordt veelal toegepast bij kopsporen. Bij dit systeem kan de bufferwagen geen wagons passeren, maar wel de wissels. Dit systeem kan ook worden uitgerust met een zogenoemd Zijdelings Uitrij Mechanisme (ZUM). De bufferwagen wordt dan middels het ZUM fysiek dwars uit het spoor gereden, waarmee ook hier een ‘doorgaand spoor’ gecreëerd wordt. De wagons kunnen het systeem passeren.
De wagonverhaalinstallaties kunnen voor iedere spoorwijdte worden uitgevoerd. Alle beveiligingen en signaleringen dragen bij aan een veilige en gebruiksvriendelijke installatie. Vanuit de installatie kunnen signalen betreffende onderhoud en bediening worden gegenereerd, die eventueel kunnen worden opgenomen in het maintenance en operational diagnostisch systeem.
Wagonverhaalinstallaties zijn zeer onderhoudsarm, energie- en kostenbesparend, efficiënt en veilig.